Naast het bepalen van de potentie van aquathermie is de rendabiliteit net zo belangrijk. Het doel van deze stap is dan ook om door middel van het opstellen van een business case op hoofdlijnen te achterhalen of aquathermie financieel haalbaar en interessant is.
De eerste stap bij het opstellen van een business case is het vaststellen van de energievraag en de gewenste temperatuurniveaus van de verschillende afnemers. We berekenen vervolgens meerdere varianten van een temperatuurnet. Deze varianten onderscheiden zich door de plek van de warmtepomp: een collectieve warmtepomp binnen het project of een warmtepomp per huishouden/afnemer.
Voor het bepalen van de kosten maken we vervolgens onderscheid tussen de investeringskosten en de jaarlijkse exploitatiekosten. De investeringskosten (CAPEX) bestaan uit de kosten van het distributienet, het grondwatersysteem, de warmtepomp en het aquathermie systeem. Het onderhoud van de installatie en de elektriciteit bepalen de jaarlijkse exploitatiekosten (CAPEX en OPEX).
Voor een sluitende businesscase maak je natuurlijk niet alleen maar kosten. Een aquathermiesysteem levert de exploitant ook inkomsten op. De hoogte van de bijdrage in de aansluitkosten en de rekening die aan de bewoners gestuurd mag worden, zijn vastgelegd in de Warmtewet*. Daarnaast is er voor aquathermie subsidie (SDE++) mogelijk.
Een bekend risico bij duurzame warmteprojecten is het zogenaamde vollooprisico. Onder het vollooprisico verstaan we het risico dat de vraag naar warmte achterblijft op de, ten tijde van het investeringsbesluit, verwachte afzet. Dit risico komt nog niet aan bod in de voorlopige businesscase maar wordt meegenomen wanneer een gemeente in een later stadium afspraken gaat maken met exploitanten.
Checkpoint! Als de technische en economische potentie van de bron veelbelovend zijn én er een gunstige businesscase gemaakt kan worden, is het tijd voor de volgende stap op weg naar de daadwerkelijke toepassing van aquathermie voor het verwarmen van de gebouwde omgeving: rolbepaling.