Tijdens deze stap kijken we naar de ambities en beleidskaders van de gemeente. Leidend hierbij is uiteraard de (aanzet tot de) Transitievisie Warmte en in het verlengde daarvan de Regionale Structuur Warmte (de RWS, onderdeel van de RES). Daarnaast gaan we in gesprek met bestuurders en de organisatie om te achterhalen welke ambities en randvoorwaarden de gemeente stelt ten aanzien van hun rol als warmteregisseur.
Vragen die aan bod komen zijn onder meer: hebben lokale warmtebronnen de voorkeur ten opzichte van regionale warmtebronnen? Is de duurzaamheid van een bron belangrijker dan de betaalbaarheid of snelheid ervan? En hoe doorslaggevend is lokale participatie in de keuze voor een warmtebron? Tijdens deze gesprekken halen we input op die we later gebruiken om te bepalen welke rol de voorkeur heeft.
Het is belangrijk om hierbij een brede scope te hanteren, dus niet alleen te kijken naar de warmtetransitie maar ook naar aanpalende thema’s zoals openbare ruimte, klimaat, water en woningbouw.