6
January
2025

Grip op de groei van de stad

6
Jan
2025
Artikel
Corianne Roza
Foto
iStock

Elke gemeente krijgt er de komende jaren mee te maken: ingrijpende keuzes maken voor de stedelijke ontwikkeling. Want de ruimte is schaars en er moet veel gebeuren. APPM helpt gemeenten overzicht te krijgen, slim te kiezen en de organisatie klaar te stomen voor een integrale aanpak.

Wat vraagt de komende decennia vooral ruimte in onze steden? Allereerst: woningbouw. Maar ook werkruimte, winkels, wijkcentra en andere voorzieningen voor de groeiende bevolking, met de bijbehorende infrastructuur. Ondertussen stijgt de energiebehoefte en daarin moet op nieuwe, duurzame manieren worden voorzien. Dus: het elektriciteitsnet versterken en warmtenetten aanleggen. De klimaatverandering en de gezondheid van burgers vergt ruimte voor wateropvang en verkoelend groen. Bomen, planten en waterpartijen zijn dus geen bijzaak meer in de ruimtelijke inrichting, maar broodnodig voor een veilige en gezonde leefomgeving. Voilà de grootste ruimtelijke opgaves, die nu allemaal tegelijk spelen.

Hoe starten met een integrale aanpak?

Al die opgaves combineren valt niet mee. “We worden vaak gevraagd om gemeenten te helpen met een strategie om een plan te maken voor het geheel. Veel gemeenten zijn niet ingericht op zo’n integrale aanpak. Ze zijn veelal thematisch georganiseerd. We merken dat gemeenten echt wel bereid zijn om over de grenzen van expertises heen te kijken, maar het is nog vaak zoeken waar te beginnen”, zegt Miran Wiersema van APPM.

APPM helpt gemeenten met methodieken als een integraal afweegkader, adaptief programmeren en het opstellen van een ontwikkelperspectief om een integrale aanpak te realiseren.

“Alleen door naar het geheel te kijken en keuzes te durven maken, blijft de stad leefbaar en in balans” - Miran Wiersema, APPM

APPM adviseert gemeenten over integrale stedelijke sturing op drie vlakken:

1. Overzicht krijgen van wat er moet gebeuren en welke impact dit gaat hebben. Dat betekent kijken naar alle opgaven: van wonen, werken, voorzieningen en groene ontmoetingsplekken tot alle systemen, zoals die voor energie, water en bereikbaarheid.

2. Inzicht krijgen in de keuzes die gemaakt moeten worden. Er is te weinig fysieke ruimte en ook de financiële middelen zijn beperkt. Dus niet alles kan en niet alles kan tegelijk. Dat betekent slim programmeren in tijd en/of ingrepen combineren, zodat ze aan verschillende opgaven bijdragen. Ook vraagt het afwegen wat (nog) niet hoeft en wat wél per se op korte termijn moet.

3. Integrale sturing organiseren en verankeren. En het proces begeleiden om te zorgen voor draagvlak bij het bestuur, de ambtenaren en mensen buiten de organisatie zoals inwoners en bedrijven.

Integrale afweegkaders: maatregelen voor meer doelen

Miran: “Integrale afweegkaders helpen je beoordelen welke maatregelen het meest bijdragen aan het halen van je beleidsdoelen, afgezet tegen wat ze kosten. Dat is op zich niet nieuw. Wél nieuw is dat het over werkterreinen heen gebeurt. Dat het integrale doelen worden. Of omgekeerd, dat maatregelen bijdragen aan meerdere doelen. En dat je met collega’s van verschillende beleidsterreinen inzichtelijk maakt in hoeverre maatregelen bijdragen aan de verschillende doelen. Zo bied je onderbouwing voor brede bestuurlijke besluiten.”

Adaptief programmeren: alles in beeld, stap voor stap beslissen

Adaptief programmeren begint met zoeken naar ‘waar willen we heen met deze regio of stad’. Dan kijk je niet naar collegeperiodes, maar over decennia. Om vervolgens te bepalen wat essentieel is om dit toekomstbeeld voor elkaar te krijgen.

Miran: “Wij brengen het geheel in beeld. Vervolgens definiëren we waar de stad of regio heen wil, de stip op de horizon. En dan vertalen we de grote keuzes naar hapklare brokken. Daarbij brengen we samenhang aan en bepalen de volgorde van maatregelen. Zo wordt zichtbaar wanneer besluiten genomen moeten worden en wanneer financiële middelen moeten worden vrijgemaakt. Overzicht bieden en prioriteiten bepalen zorgt voor comfort en focus. Deze adaptieve methodiek helpt in het alert reageren op ontwikkelingen. Als het verkeer sneller vastloopt dan verwacht of er komt een college van een andere politieke kleur, dan zijn veranderingen mogelijk. Het is een manier van werken. Je bepaalt wanneer de aandacht waar naar uit moet gaan en stuurt daar waar nodig bij.”

“Overzicht bieden en prioriteiten bepalen zorgt voor comfort en focus” – Miran Wiersema, APPM

Ontwikkelperspectief: strategie en uitvoering verbinden

Miran: “Alle gemeenten beschikken – in lijn met de omgevingswet – over een omgevingsvisie: een strategische visie op de ruimtelijke ontwikkelingen. Daarnaast werken gemeenten aan concrete plannen. Het tussenniveau blijkt vaak lastig. Hoe maak je de vertaling van die vaak wat abstracte visie naar concrete plannen voor een evenwichtige wijk of stadsdeel? Op dit tactische niveau worden de beleidsdoelen verbonden met concrete interventies op gebiedsniveau. Ook is het goed om op dit niveau samenhang tussen de beleidsthema’s te brengen en te bewaken. Dat ontbrekende sturingselement voegen we toe: het ontwikkelperspectief.”

Casus #1 Integraal samenwerken in Rotterdam

De opgave

Hoe kunnen gemeenten, waterschappen en het drinkwaterbedrijf optimaal samenwerken in Rotterdam en Capelle aan den IJssel?

Onze rol

APPM:

- Heeft de gezamenlijke organisatie Alliantie Waterkracht ingericht volgens het model dat de samenwerkingspartijen samen al hadden ontwikkeld.

- Zorgt dat deze organisatie doelgericht werkt en adequaat omgaat met actuele kwesties.

- Faciliteert het bestuurlijk overleg om gezamenlijke visies te vormen over maatschappelijke wateropgaven.

- Zorgt voor monitoring op voortgang én scheefgang.

Wat zegt de procesmanager erover?

Bart Stoffels van APPM: “Alle waterbeheertaken uitvoeren als één organisatie is een enorme klus. De taken zijn zó divers: dijkbeheer, waterzuivering, rioleringsonderhoud, baggeren, pompen, drinkwatervoorziening. Daar werken honderden mensen aan, van organisaties die elkaar niet van nature bewust opzoeken .”

“We hebben het afgelopen jaar ‘droog geoefend’ met integraal programmeren in twee wijken. De organisaties hebben in deze wijken alle watergerelateerde opgaven, investeringen en expertises bij elkaar gebracht en een schets gemaakt hoe ze de watersystemen in zo’n tien jaar tijd, samen, efficiënt zouden kunnen verbeteren. De volgende stap is de inzichten uit deze twee pilots vertalen naar een strategische samenwerking tussen de zes organisaties. Zodat ze met elkaar voortdurend kunnen overzien waar welke investeringen plaats gaan vinden. En hoe ze elkaar vooraf al vinden in het gezamenlijk programmeren van projecten. Zo kan bijvoorbeeld rioolvervanging een mooie kans zijn om tegelijk de doorstroom van het gebied te verbeteren en meer regenwater in het groen op te vangen.”

Casus #2 Adaptief programmeren in Katwijk

De opgave

Hoe kunnen we vanuit een langjarig perspectief en met meer samenhang tussen beleidsterreinen sturen op onze ruimtelijke ontwikkelingen?

Onze rol

APPM heeft:

- Alle bestaande strategieën, plannen en initiatieven voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Katwijk op alle beleidsterreinen geïnventariseerd en gecombineerd.

- Inzicht gegeven waar deze plannen botsen of waar ze juist goed te combineren zijn.

- Duidelijk gemaakt waar keuzes nodig zijn, wat aanvullend onderzoek vraagt en in welke volgorde de gemeente Katwijk met de ontwikkelingen aan de slag kan.

Wat zegt de procesbegeleider erover?

Karen van Vianen van APPM: “We hebben in dit proces met collega’s van veel verschillende beleidsvelden van de gemeente Katwijk samengewerkt. Met hen hebben we alle voorgenomen maatregelen uit de bestaande gemeentelijke plannen geordend: in de tijd en op de kaart.”

“Het mooie is, als mensen beter op de hoogte zijn waar collega’s mee bezig zijn, ontstaan gedeelde inzichten in de samenhang tussen ontwikkelingen. Die inzichten bieden handvatten om logische keuzes te maken in prioriteiten, volgorde van maatregelen of de gezamenlijk aanpak van activiteiten en projecten. Om zo de gezamenlijke doelen voor Katwijk te bereiken. Door actieve betrokkenheid van het sociale domein bij de ruimtelijke ontwikkelstrategie bijvoorbeeld, hebben maatschappelijke voorzieningen een goede plek gekregen. Collega’s gingen kritischer nadenken over de verdichtingslocaties en hebben gezamenlijk geconcretiseerd hoeveel huisartsen, verzorgingscentra, sportcentra etc. nodig zijn voor de extra mensen die in Katwijk komen wonen.”

“De aanpak voor adaptief programmeren maakte helder hoe stevig de opgave is waar Katwijk voor staat. Dat gaf energie bij collega’s, om samen de schouders eronder te zetten. Met de ruimtelijke ontwikkelstrategie kan Katwijk beter haar prioriteiten bepalen en bepalen waar capaciteit op moet worden ingezet. Feitelijk is het een werkwijze om de komende jaren de Katwijkse opgaven goed aan te pakken.”

Ontwikkelperspectief in Eindhoven

De opgave

Hoe kunnen we binnen de gemeentegrens van Eindhoven 40.000 woningen toevoegen en de ambities realiseren om de stad leefbaarder, duurzamer en aantrekkelijker te maken?

Onze rol

APPM heeft samen met PosadMaxwan:

- Een ontwikkelperspectief opgesteld dat als tactisch kader fungeert tussen de gemeentelijke omgevingsvisie en concrete plannen voor de gebiedsontwikkelingen.

- Een digitaal instrument ontwikkeld als hulpmiddel voor de gemeentelijke organisatie bij het maken van strategische keuzes voor de groei van de stad.

Wat zegt de procesbegeleider erover?

Michiel Venne van APPM: “Het Ontwikkelperspectief Eindhoven (OPE) is een uitwerking van de omgevingsvisie, gericht op de toekomstige groei en ontwikkeling van de stad. Om dit ontwikkelperspectief te maken, hebben we een nieuw digitaal instrument ontwikkeld. Daarin is het gemeentelijk beleid vertaald naar indicatoren die gekoppeld zijn aan de mogelijkheden en beperkingen om locaties in de stad te verdichten. Een plek vlak bij bijvoorbeeld een halte voor hoogwaardig OV biedt meer mogelijkheden voor verdichting dan locaties die niet goed zijn ontsloten. Tegelijkertijd: waar opgaven op het gebied van klimaat (water en groen) of cultuurhistorische waarden spelen, is juist minder extra verdichting mogelijk.”

“Het OPE biedt ook inzicht in de hoofdstructuur voor 2040 (en verder) voor onder meer mobiliteit, energie, groenblauw en voorzieningen. Het geeft een beeld van welke  structuurverbeterende maatregelen in die hoofdstructuur wanneer nodig zijn om de stad in balans te laten groeien.”

“Het digitale instrument geeft het potentieel en de vereisten voor elke plek/ontwikkeling in de stad aan: hoeveel woningen kunnen hier worden gebouwd? Wat is de ideale verhouding tussen woningbouw en andere gemeentelijke programma’s? Hoeveel groenruimte moet worden gerealiseerd? Hoeveel ruimte is er nodig voor andere voorzieningen? En wat is er op stedelijk niveau nodig om dit alles mogelijk te maken? De gemeente heeft met dit instrument als het ware een integraal ontwikkelkompas in handen.”

Meer weten of hierover sparren?

We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:

Meer weten of hierover sparren?

We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:

Meer lezen over hoe wij Nederland mooier maken?

Bekijk gerelateerde artikelen hieronder
Contact