Caroline Porsius, programmadirecteur Groene Metropool Staatsbosbeheer
"Succesvol groen rondom steden is een kwestie van lange adem"
Stad en natuur verbinden is een van de thema’s in het werk van Staatsbosbeheer. Bart Stoffels gaat hierover in gesprek met Caroline Porsius. “Het ontbreekt op dit moment aan structurele sturing over een langere periode en aan langjarige investeringsprogramma's.” Deel 1 van het APPM-drieluik over groen in en om de stad.
Waar staat Nederland volgens jou als het gaat om groen in en om de stad? Hoe landt de inspirerende Groene Metropoolvisie van jouw voorganger Harry Boeschoten in de praktijk? En waar gaat de groenaanpak bij steden van Staatsbosbeheer naar toe groeien? Nieuwsgierig naar het antwoord op deze vragen spreekt APPMer Bart Stoffels met Caroline Porsius, programmadirecteur Groene Metropool bij Staatsbosbeheer. Decor van het gesprek is het hoofdkantoor van Triodos, een plek die synergie tussen natuur en stad ademt. Door de hoge ramen kijk je zo het bos in, en dat op een paar passen van station Driebergen-Zeist.
Nog voor het gesprek richting groen in en om de stad buigt, wil Caroline iets kwijt vanuit haar achtergrond als fysisch geograaf. “We moeten echt met hernieuwde energie weer samenhang vinden tussen natuurlijke water- en bodemsystemen en de groenstructuur. Dat is moeilijk in een tijd dat er wordt gevochten om de schaarse ruimte en financiële middelen, maar tegelijkertijd is het de enige manier om los te komen van bestuurlijke en administratieve grenzen.”
Bart en Caroline constateren dat GIOS, de actuele rijksagenda voor Groen In en Om de Stad, een belangrijke stimulans is om die richting in te slaan. GIOS duidt de waarde van groen in stedelijke regio’s meer vanuit die natuurlijke systemen. We komen van ver, want twaalf jaar geleden is natuurbeleid gedecentraliseerd. Daarbij is ook het beheer van belangrijke recreatiegebieden gedecentraliseerd, zonder de bekostiging ervan op peil te houden.
Van de jaren ‘60 tot 2010 had de Rijksoverheid juist véél aandacht voor groen rondom steden. Dat komt naar voren uit ‘Natuur om de hoek’, een onderzoek dat de vereniging Deltametropool in 2019 uitvoerde in opdracht van Staatsbosbeheer. Deltametropool onderzocht hoe een aantal groene gebieden sinds de jaren ‘60 tot stand kwam, welke waarde en gebruik ze nu nog hebben en wat de mogelijke toekomst ervan is. Het gaat om gebieden die voortkwamen uit drie nationale beleidsprogramma’s sinds 1965 (achtereenvolgens Groene Sterren, Randstadgroenstructuur en Recreatie om de Stad).
Caroline: “Als erfenis van die programma’s bezit en onderhoudt Staatsbosbeheer een aantal verweesde groengebieden bij de steden. Deze liggen wel op goede plekken, maar ze lossen de groentekorten niet op. Ook hebben ze vaak achterstallig onderhoud en slechte verbindingen met de groengebieden ín de stad. De omvang en inrichting van een aantal van deze gebieden past bovendien niet meer bij de enorme verstedelijking rondom die gebieden. Hiermee halen we onze verplichtingen uit de Europese Natuurherstelwet voor herstel van stedelijke ecosystemen niet . Hier komt langzaam maar zeker meer erkenning voor.”
Bart: “Hoe gaat Staatsbosbeheer deze enorme kloof overbruggen tussen de Groene Metropool als visie en de huidige praktijk, zonder nationale investeringsprogramma’s en met al die verschillende groeneigenaren? Waar ligt voor jou de sleutel voor een aanpak die het tij kan doen keren?”
Caroline: “De GIOS-benadering van Rijk, provincies en gemeenten sluit inhoudelijk naadloos aan bij de Groene Metropoolvisie. Deze benadering gaat namelijk uit van de brede maatschappelijke waarden van groen, van gezondheid tot biodiversiteit en van klimaatadaptatie tot recreatie.”
“De benadering van groen in de stad (GIOS) van Rijk, provincies en gemeenten sluit inhoudelijk naadloos aan bij onze Groene Metropoolvisie. Deze benadering gaat namelijk uit van de brede maatschappelijke waarden van groen, van gezondheid tot biodiversiteit en van klimaatadaptatie tot recreatie.”
“Het klopt dat de groenstructuur in een stedelijke regio veel verschillende eigenaren kent, maar op zich is dat geen probleem”, vervolgt ze. “Het probleem is dat in veel gevallen geen van deze instanties het vermogen heeft om de regie te voeren over een regionaal investeringsprogramma, waarin elke partij zijn eigen aandeel heeft, op de verschillende schaalniveaus. Wij hebben nu deels deze rol, onder andere bij Dordrecht, Lelystad en Purmerend, maar dat kunnen we doen op basis van incidentele projectbijdragen van bijvoorbeeld het ministerie van LVVN of het ministerie van VRO. Hiermee kunnen we in een periode van een of twee jaar een plan opleveren en een proces starten, maar dan houdt het meestal op. Dan blijft de vraag wie de regionale groencoalitie bij elkaar houdt in een gezamenlijk meerjarig uitvoeringsprogramma. Het ontbreekt op dit moment aan structurele sturing over een langere periode en aan langjarige investeringsprogramma's. Alleen met een lange adem, continuïteit en vasthoudendheid kun je flinke stappen zetten.”
Caroline ziet in zo’n rol van ‘groene gebiedsregisseur’ een belangrijke taak weggelegd voor Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf, via een langjarig investeringsprogramma. “Als nationale uitvoeringsdiensten zijn we al op heel veel terreinen zelf actief als eigenaar of beheerder. Dan ken je de regionale actoren al met wie je samenwerkt in de uitvoering, zoals de provincie en gemeente.” En de waterschappen? “Het zou fijn zijn als ook waterschappen hierin participeren, met hun kennis en uitvoeringsmiddelen voor klimaatopgaven en ecologisch waterbeheer.”
Zelf vindt ze het samenwerkingsverband ‘Groeningen’ een krachtig voorbeeld. Dit gebied tussen Groningen en Assen is met natuur- en klimaatdoelen op weg een klimaatpositieve regio te worden. Andere functies zoals wonen, recreëren en energie moeten hier waar mogelijk worden ingepast.
Bart: “In hoeveel stedelijke regio’s zou je dit zo willen doen? Caroline: “We hebben gekeken naar deze mogelijkheid in de stedelijke regio’s waar wij zelf als natuurbeheerder actief zijn, dat zijn er ongeveer dertig. Voor heel Nederland zou je misschien uitkomen op zo’n vijftig regio’s.”
Als Bart en Caroline dieper ingaan op die rol van Staatsbosbeheer als groene gebiedsregisseur raakt ze steeds enthousiaster. “Je ziet nu al dat onze rol in sommige regio’s breder is geworden dan alleen die van beheerder van beschermde natuurgebieden. Zo doen wij in de provincie Zuid-Holland en Utrecht ook het beheer voor recreatieschappen. Daar leren wij enorm van, want de recreatiegebieden worden veel intensiever gebruikt, terwijl daar ook vaak veel ecologische waarde te vinden is. Hoe bewaak je dan de balans tussen natuurwaarde en recreatief gebruik? Een ander voorbeeld is de functie van stadsboswachters, die expliciet de rol hebben om publiek uit alle lagen van de bevolking meer bij natuur te betrekken. Voor de inwoners van de Utrechtse wijk Overvecht organiseert de stadsboswachter samen met partners uit de stad het Over de Brug Festival. Dit festival is er letterlijk op gericht om kinderen via de brug over de ringweg naar het Gagelbos te brengen, zodat ze daar spelenderwijs in aanraking komen met natuur en speelruimte.”
“Wil de groene metropoolvisie succesvol regionaal landen, dan is er nog een flinke inspanning nodig, om achterstanden weg te werken, gebieden beter te verbinden ‘tot in de haarvaten van de stad’ en groen te laten meegroeien met verstedelijking”
Aan het eind van het gesprek maken Bart en Caroline de balans op. Wil de groene metropoolvisie landen in succesvolle regionale resultaten voor groen in en om de stad, dan is er nog een flinke inspanning nodig, om achterstanden weg te werken, gebieden beter te verbinden ‘tot in de haarvaten van de stad’ en groen te laten meegroeien met verstedelijking, constateren ze. De sleutel ligt in een programmatische aanpak, waar ruimtelijke en sociaal-maatschappelijke opgaven samenkomen. Een zaak van lange adem, waar een regisseursrol gedurende langere tijd nodig is. Het Rijk kan helpen om deze werkwijze op grotere schaal toe te passen, bijvoorbeeld via de nationale uitvoeringsdiensten en vergezeld van ondersteunende investeringsbudgetten.
APPM deelt 3 verdiepende gesprekken.
Je hebt deel 1 gelezen uit een drieluik van APPM over groen in en om de stad. Deel 2 volgt volgende week!
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met: