Utrecht ontwikkelt zich in rap tempo tot Metropool. De verwachte groei vraagt veel van het mobiliteitssysteem in en rond de stad, dat nu al op onderdelen piept en kraakt. Een schaalsprong in het openbaar vervoer is dringend nodig. Een toekomstvisie lag er al, maar wat zijn zinvolle eerste stappen om die te realiseren? Ondanks andere vertrekpunten werden provincie, gemeente Utrecht en de U10 het binnen een half jaar eens over een samenhangend startpakket aan maatregelen. Een huzarenstukje.
Het ontwerpprincipe voor het ov dat Utrecht voor ogen heeft, is een wiel met spaken. Met Utrecht CS als centrale as, en vooral veel mogelijkheden om via de buitenring van A naar B te komen. Daarmee wordt de belasting op de stedelijke infrastructuur beter gespreid. Lara Verhagen, strategisch adviseur mobiliteitsbeleid bij gemeente Utrecht: “De urgentie om dat totaalbeeld verder in te vullen en daarin als gemeenten en provincie samen op te trekken, wordt breed gevoeld. We moeten snel stappen zetten om tijdig klaar te zijn; infrastructuurprojecten gaan niet over één nacht ijs. Als je concreet in beeld hebt hoe het ov eruit gaat zien, kun je daarop bovendien slim anticiperen bij andere ingrepen in de stad. Maar concreet worden betekent ook: keuzes maken. We hebben APPM gevraagd ons te begeleiden in de integrale afwegingen waar dat om vroeg.”
Zo maakte APPM-adviseur Marcel Touset in maart 2021 zijn entree in het project Samen OV Versnellen in Utrecht. “In een totaalvisie kun je veel mooie ideeën opschrijven, maar zodra je naar de uitwerking gaat, loop je tegen pijnpunten aan”, zegt hij. “Provincie en gemeenten hebben weliswaar een gedeeld belang – goed vervoer voor reizigers – maar hun vertrekpunten zijn anders. Zo staat voor de provincie een betaalbare exploitatie centraal; voor de gemeente Utrecht draait het vooral om te bouwen aan een fijne stad om in te leven en te werken. Die belangen liggen niet altijd op één lijn. Om een voorbeeld te geven: een lightraillijn kost in aanleg, onderhoud en exploitatie meer dan een buslijn, maar brengt ook veel meer kwaliteit. Ambities formuleren is makkelijk, knopen doorhakken veel moeilijker.”
Toch verliep het proces zeer vlot: al in juni stonden de belangrijkste bevindingen in de grondverf, en op 1 september verscheen de integratienotitie waarin de conclusies en aanbevelingen voor eerste stappen en vervolgonderzoeken zijn samengebracht. Verhagen en Touset zien diverse succesfactoren die aan dit huzarenstukje hebben bijgedragen. Touset: “We maakten een vliegende start door in het kernteam meteen de criteria op te schrijven waaraan de eerste stappen in de schaalsprong moesten voldoen, op basis van de voorbereidende deelonderzoeken en plannen die er al lagen. Dat bleek een goede zet, want die criteria werden in de eerste stuurgroepbijeenkomst bekrachtigd. Een korte klap die heel structurerend heeft gewerkt. Ook de samenstelling van de stuurgroep was een succesfactor: met drie Utrechtse wethouders, twee gedeputeerden, en een U10-wethouder aan tafel - met portefeuilles die ruimtelijke ontwikkeling én mobiliteit afdekken – kregen we de verschillende belangen snel boven water. Open en transparant. Zo voer je gelijk het goede gesprek, terwijl je zicht houdt op het bredere plaatje.”
De slagkracht werd verder verhoogd doordat ook de samenstelling van de werkgroepen en het kernteam breed was, en de lijnen met de directie, bestuur en ambtelijke experts kort. Verhagen: “Door die brede insteek kreeg ook ruimtelijke kwaliteit een belangrijke rol in de besluitvorming. Daar zit altijd spanning op als het gaat om mobiliteit. Wat in de afwegingen hielp, is dat we verschillende technische mogelijkheden die onderzocht werden – bijvoorbeeld tracés boven de grond, eronder en op maaiveldniveau - hebben gevisualiseerd. Hoe ziet dat eruit, een tram op vijf meter hoogte door die schilderachtige straatjes van Utrecht? Willen we dit? Bij sommige opties was meteen duidelijk: dit gaan we niet doen. Die hoef je dan ook niet meer te onderzoeken.”
Touset noemt ook de strakke deadline als succesfactor: “Die dwong ons om scherp te blijven in de discussies, ons tot de hoofdlijnen te beperken en niet alles tot het naadje uit te willen zoeken. In dit soort trajecten kun je toch nooit overal antwoord op geven; elk nieuw inzicht levert twee nieuwe vragen op.” Zijn ervaring met een vergelijkbaar traject in Den Haag kwam hierbij goed van pas. “Doordat ik daar de discussies al meegemaakt had en vaak al wist wat de uitkomst was, konden we hier een aantal denkslagen overslaan.” Verhagen vult aan: “Aan die expertise hebben we veel gehad. Wij werken zelf ook samen met overheden in het land en wisselen ervaringen uit, maar dat is toch anders dan wanneer iemand zelf heeft meegedraaid. Marcel is bovendien goed in het bewaken van de hoofdlijnen en de integraliteit, maar ook in het verbinden, in het zoeken naar draagvlak, zodat we samen, als team een mooie prestatie konden neerzetten. Dat vind je niet overal.”
Benieuwd naar het samenhangende pakket aan maatregelen waarmee provincie, gemeente Utrecht en de U10-gemeenten willen starten in de schaalvergroting ov? Lees hier de integratienotitie Samen OV Versnellen in Utrecht.
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met: