Inmiddels is ze aan boord als APPMer en adviseert ze opdrachtgevers in de VS en Eindhoven over de energietransitie. Maar een jaar geleden was Mirthe Meijer nog bezig met de afronding van de master Construction Management & Engineering. Haar scriptieonderzoek, dat ze deed bij APPM, leverde interessante inzichten op over een geïntegreerde aanpak voor de warmtetransitie en klimaatadaptatie.
Nederland moet in 2050 aardgasvrij zijn. Dit betekent dat in heel Nederland wijken op de schop moeten voor de aanleg van warmtenetten. Daarnaast hebben we steeds vaker te maken met de effecten van klimaatverandering, zoals wateroverlast en toenemende hitte. Beide opgaven vergen fysieke veranderingen in de gebouwde omgeving en vragen ruimte in de gebouwde omgeving. Een integrale aanpak van zowel de warmtetransitie als klimaatadaptatie heeft veel voordelen. Desondanks worden deze opgaven vaak nog individueel aangepakt. En dat is geen technisch, maar een organisatorisch probleem.
Het is efficiënter en geld- en tijdbesparend om bij de aanleg van een warmtenet de straat ook gelijk klimaatadaptief in te richten, door bijvoorbeeld een groen oppervlak of een waterdoorlatend wegdek toe te passen. Dit kan dan ook gelijk de leefbaarheid en uitstraling van een straat of wijk verbeteren. Mirthe: "Daarom wilde ik graag onderzoeken hoe verschillende goverancestructuren functioneren voor het realiseren van integratie tussen de implementatie van warmtetransitie- en klimaatadaptatiemaatregelen. Ik zocht uit welke rollen gemeenten kunnen innemen en hoe deze het beste kunnen samenwerken met andere partijen. En wat voor instrumenten deze partijen kunnen gebruiken om koppelkansen tussen de warmtetransitie en klimaatadaptatie te herkennen en te benutten." Om zich een goed beeld te vormen van de huidige situatie, keek zij naar de governancestructuur van projecten waar een warmtenet wordt aangelegd én waar in meer of mindere mate klimaatadaptatie is meegenomen.
“De governancestructuur verschilde erg per project”, vertelt Mirthe “Integratie in projecten wordt nu vaak geïnitieerd door iemand die een kans ziet en deze grijpt, in plaats van deze overweging standaard in het proces mee te nemen. Opdrachten zijn niet integraal gedefinieerd, maar sectoraal. Dit maakt het moeilijker om verschillende duurzame transities in het project te integreren. Voor een integrale uitvoering moeten budgetten tegelijk vrijgesteld worden en plannen gelijktijdig opgesteld worden. Hierbij lijkt klimaatadaptatie ook nog niet altijd als urgent gezien.”
“Een eerste stap om dit wél geïntegreerd aan te pakken, is het creëren van bewustwording van een integrale aanpak en het delen van kennis hierover binnen de gemeente”, zegt Mirthe. “Ook is het raadzaam voor de gemeente om de regie op de ondergrond te pakken, zodat alle opgaven (ook op langere termijn) gemakkelijker met elkaar afgestemd kunnen worden”. Weer een stap verder zou zijn om de coördinatie en samenwerking tussen partijen en afdelingen te verbeteren, zodat kansen voor integratie herkend kunnen worden. De gemeente kan ook sturen op integratie door middel van bijvoorbeeld vergunningen, het stellen van kaders en het ontwikkelen van regels voor het afstemmen van plannen.
Mirthe: “Ik ben erg blij dat ik mijn afstudeeronderzoek bij APPM heb mogen uitvoeren. Er is veel kennis binnen APPM. En iedereen was altijd bereid om me te helpen of vragen te beantwoorden. Ook werd ik tijdens deze periode bij veel activiteiten betrokken, zodat ik me helemaal thuis voelde binnen de organisatie en het team. Nu werk ik officieel bij APPM en mag ik mijn kennis over de energietransitie verder uitbreiden. Van zonneparken tot de energie-infrastructuur. Het is een dynamische wereld. Ik vind het geweldig om te werken aan projecten die bijdragen aan de energietransitie.”
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met: