Deze week (25 januari tot 1 februari) is het 25 jaar geleden dat meer dan 250.000 mensen werden geëvacueerd vanwege de extreem hoge waterstanden van de Rijn, Maas en Waal. Het was de grootste evacuatie in de Nederlandse naoorlogse geschiedenis. Drie APPMers vertellen over hun herinneringen én ervaringen met de dijk vandaag de dag.
Als klein jongetje luisterde ik thuis naar de verhalen van mijn opa over de waternoodsramp van 1954. Wellicht dat deze verhalen me inspireerden om civiel techniek te gaan studeren. Het leek me fantastisch grote bouwwerken in de zee en in onze grote rivieren te bouwen. Het was bovendien net rond de tijd van het hoogwater van 1995 en al woonde ik vlakbij de kust in het beheersgebied van het oudste waterschap van Nederland en niet in de buurt van de grote rivieren, ik voelde de behoefte een maatschappelijk relevante studie te doen.
In 2011 had ik eindelijk mijn grote dijkenproject te pakken, de versterking tussen Kinderdijk en Schoonhovense veer. Ook wel project KIS genoemd, een project om te zoenen. Trots stapte ik ’s ochtend vroeg in de auto om vanuit Leiden de Rijn over te steken en op de A15 parallel aan de Waal naar waterschap Rivierenland in Tiel te rijden. Op de brug bij Vianen altijd genieten van het uitzicht over de Nederrijn en vaststellen of de uiterwaarden al onder water stonden. Als het hoogwater was op de Waal leek het soms wel of de Waal de A15 ging opslokken.
Op mijn eerste dagen bij het waterschap leerde is al snel dat in de waterwereld een prachtige aanvullend Nederlands vocabulair ontwikkeld is. Uitdrukkingen als ‘schaardijk’, ‘vierkant versterken’, ‘onderloopsheid’ en ‘diepe glijcirkels’ klonken niet alleen heel mooi maar bleken ook betekenisvolle begrippen te zijn die ik me later zelf veel hoorde gebruiken.Toen ik me ging verdiepen in technische innovaties in de dijkwereld en veelvuldig bij Deltares kwam werden de uitdrukkingen nog mooier, wat te denken van ‘grofzandbarrières’, ‘verticaal zanddicht geotextiel’ en mijn persoonlijke favoriet ‘dijkdeuvels’. Dit zijn geen namen van sprookjes maar technische innovaties die de afgelopen jaren zijn toegepast in onze rivierdijken en sterk bijdragen aan het goedkoper, sneller en beter uitvoeren van de dijkversterkingen in ons land. De inspiratiebron van dergelijke innovaties zijn soms bijzonder. Zo wordt over de dijkdeuvels beweerd dat die geïnspireerd zijn op het Vietnamese gebruik om ter versterking bamboestokken in de dijk te steken.
Een dijk met of zonder technische innovaties, het blijft altijd bijzonder om op een dijk te staan. Wil je echter de imposantheid van een rivierdijk echt ervaren ga dan juist aan de onderkant staan, of zoals een waterschapper zou zeggen aan de binnenteen van de dijk. Dan kijk je aan tegen een talud van doorgaans 1 op 3 van grofweg zeven meter hoog. Stel je dan voordat daar aan de andere kant 7 meter snel stromend hoog water tegen aan staat. Dat deed mij beseffen hoe stevig een Hollandse dijk moet zijn om onze laaggelegen gebieden droog te houden en hoe groot de uitdaging is voor de waterschappen om de dijken toekomstbestendig te houden. Gelukkig kunnen de waterschappen bogen op eeuwenlange ervaring, want al in 1255 ontstond het eerste waterschap in Leiden.
Zou het toeval zijn dat ik daar nu woon?
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met: