21
March
2024

Nederland te klein om natuur en landbouw te scheiden

21
Mar
2024
Artikel
Corianne Roza
Foto

De afgelopen decennia waren landbouw en natuur veelal aparte werelden. Landbouw ging over efficiënt voedsel produceren. Natuur speelde zich hoofdzakelijk af in natuurgebieden. Die tweedeling is achterhaald. Ruimte is schaars in Nederland. We kunnen ons geen strikte scheiding tussen functies als natuur en landbouw meer veroorloven.

En belangrijker: in de praktijk bestaat de scheiding helemaal niet. Landbouw is samenwerken met de natuur. De kwaliteit van natuurgebieden staat onder druk door alles wat er rondom die natuurgebieden gebeurt. Daarnaast levert het veranderende klimaat nog eens extra stress op voor kwetsbare natuur. Tegelijkertijd hebben we boeren nodig, voor onze voedselproductie én voor natuur- en landschapsbeheer.

Emotioneel proces

Om gezonde natuur, schoon water, schone lucht en minder CO2-emissie te realiseren, is het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NLPG) gestart. Na de inpoldering en de ruilverkaveling, is dit de derde grote transitie van het Nederlandse platteland. Per gebied kijken partijen wat water, bodem en natuur aan kunnen. En hoe natuur, boeren en bewoners er samen een plek en functie kunnen krijgen. Een ingewikkeld en vaak emotioneel proces, met veel onzekerheden. APPM begeleidt zulke processen.

Casus #1: Meer biodiversiteit in en om de Strabrechtse Heide

“Met de gebiedsgerichte aanpak doen we iets nieuws in Nederland. Vanaf de tweede wereldoorlog  waren we gefocust op efficiënte landbouw. Nederlanders mochten nooit meer honger lijden. Vanaf de jaren tachtig kwam er meer aandacht voor de natuur. Voorbeelden zijn het Natuurnetwerk Nederland, het Europese natuurnetwerk Natura 2000 en ecologische verbindingszones. Nu breekt een volgende, compleet nieuwe fase aan. Een fase waarin we functies in het landelijk gebied gaan verweven”, zegt Tom Heijligers, onafhankelijk gebiedsmanager GGA bij provincie Noord-Brabant.

Waterpeil leidend

Noord-Brabant telt zeventien gebieden met een gebiedsgerichte aanpak (GGA). Hier zoeken verschillende partijen samen naar mogelijkheden om de uitdagingen in het landelijk gebied rond kwetsbare natuur op te pakken. De Strabrechtse Heide & Beuven, 1.850 hectare aaneengesloten heidegebied ten zuidoosten van Eindhoven en een zone eromheen is er één van. In opdracht van de provincie Noord-Brabant werken APPMers Suzanne van Brandwijk, Sara Tijmensen en Josefien Versteeg sinds het najaar van 2023 aan de processen in dit gebied.

“Door te hoge stikstofconcentraties, verdroging en versnippering staat de natuur in dit gebied sterk onder druk. We zoeken oplossingen voor sterkere natuur, voldoende water met een betere kwaliteit én een manier van boeren waarmee ondernemers een boterham kunnen blijven verdienen”, vat Sara samen.

“Waterbeheer is in dit gebied ontzettend belangrijk. We moeten het watersysteem zo inrichten dat we zowel een hoger waterpeil creëren als een betere kwaliteit van het grondwater en het oppervlaktewater. Een grote verandering, want het waterpeil wordt leidend en de functies, zoals het landbouwkundig gebruik, moeten volgen”, zegt Tom.

“Het waterpeil wordt leidend. De functies, zoals het landbouwkundig gebruik, moeten volgen.” – Tom Heijligers, provincie Noord-Brabant.

Concrete acties

“We stellen meerdere varianten op”, vertelt Tom. “De kunst is om tot een plan te komen dat recht doet aan de (wettelijke) opgaven en de belangen van alle partijen.” Participatie heeft hierbij een sleutelrol. Met de nieuwe Omgevingswet zijn er nieuwe richtlijnen voor dit soort participatietrajecten, iets waar APPM zich in heeft verdiept. Daarnaast helpt APPM om het proces met een gebiedsteam, stuurgroep en andere belanghebbenden te organiseren, zodat er concrete maatregelen en acties uitkomen.

Tom: “Prettig om een ervaren, kundig bureau als APPM erbij te hebben. Mensen in het gebied zullen zich beter gehoord voelen als we dit participatietraject vanaf het begin goed organiseren.”

Casus #2: Eilandspolder en polder Mijzen, inklinkende idylles

Oostelijk van Alkmaar – tussen de grote polders Beemster en Schermer – ligt het oer-Hollands veenweidelandschap van de Eilandspolder en Polder Mijzen. Een walhalla voor weidevogels en een recreatief paradijs. Maar wel een paradijs waar stikstof neerslaat, de natuur verschraalt en de bodem daalt.

Agrarisch gebied én natuurgebied

“De polders zijn agrarisch gebied, waar families al decennialang ondernemen”, zegt Dave Clemens, procesmanager van het gebied voor de provincie Noord-Holland. Daarnaast zijn de polders onderdeel van Natuurnetwerk Nederland. Eilandspolder is bovendien Natura 2000-gebied. In beide polders oxideert het veen, waardoor de bodem inklinkt. Om bodemdaling en CO2-uitstoot tegen te gaan, moet gekeken worden of het waterpeil omhoog kan. Maar dan kunnen boeren niet meer met trekkers op hun land en is optimaal weidevogelbeheer lastig. Ook slaat in beide gebieden te veel stikstof neer. Daarnaast spelen in dit waterrijke gebied de normen voor waterkwaliteit uit de Kaderrichtlijn Water een grote rol. En tenslotte zijn er nog ambities voor recreatie, cultuurhistorisch erfgoed en duurzame energie-opwekking. Voilà: de opgaven voor deze polders.

Verschillende belangen

Deze opgaven invullen, lukt alleen als je voldoende recht doet aan de verschillende lokale en regionale belangen. Daarom werkt de provincie in een gebiedsproces samen met gebiedspartijen en eigenaren. Het doel is een gezonde en toekomstbestendige polder voor iedereen. Dit wordt vastgelegd in een toekomstvisie. De provincie Noord-Holland stelt die op met hulp van Witteveen+Bos en ecologische expertise van TAUW. APPMer Jelle Kootstra leidt de gesprekken en bijeenkomsten.

Dave: “Als provincie hebben wij zelf ook belangen en kunnen wij geen neutrale gespreksleider zijn. Wij komen met plannen voor lastige veranderingen. APPM kan die neutrale rol wel nemen en de rust van Jelle is een pré.”

“Iedereen die boos is, heeft gelijk” – Jelle Kootstra, APPM

Emoties erkennen

Het evenwicht tussen alle belangen is al lange tijd zo precair, dat protest dicht onder de oppervlakte schuilt. Jelle: “De gebiedsgeschiedenis en de bijbehorende emoties zijn belangrijk om te kennen. Het punt is: iedereen die boos is, heeft gelijk. Dat wegdrukken werkt niet. Erkennen wel. En dan kijken waar ruimte zit om elkaar te vinden.”

Casus #3: Boeren en overheid delen doel in Zuid-Hollands veenweidegebied

In drie polders in de Zuid-Hollandse gemeente Kaag en Braassem loopt al bijna drie jaar een gebiedsgerichte aanpak. Hier wordt bekeken hoe verschillende doelen vallen te combineren: bodemdaling tegengaan om CO2-uitstoot te voorkomen, biodiversiteit verbeteren en de  boerenbedrijven continueren. APPMers Geert Jan Zweegman en Oscar Keunen brengen partijen met elkaar in gesprek om stappen vooruit te zetten.

Dalende bodem

Het grootste knelpunt in dit veenweidegebied is de dalende bodem. Het hoogheemraadschap van Rijnland zwengelde daarom drie jaar geleden een verkenning aan, om te kijken hoe boeren de toekomst zien van hun bedrijven, waarvan het land jaarlijks tussen de vijf en tien millimeter zakt. En of zij openstaan voor maatregelen die de bodemdaling tegengaan.

Aad Straathof – zelf melkveehouder – was destijds als bestuurder van agrarische organisatie LTO Noord voorvechter hiervan. Aad: “Het mooie is dat boeren en overheid een gemeenschappelijk doel hebben: als boeren willen we onze grond behouden en met onze grond kunnen we bijdragen aan minder CO2-uitstoot.” Inmiddels heeft APPM veel individuele gespreken met de in totaal ruim twintig boeren gevoerd en er zijn verschillende polderbijeenkomsten geweest.

Uit balans

Geert Jan: “De provincie Zuid-Holland stelt nu geld beschikbaar voor de aanleg van een waterinfiltratiesysteem (WIS). Een systeem waarmee het hoogheemraadschap of boeren het waterpeil flexibel kunnen beheren en het veenpakket vooral in langdurige droge periodes nat kunnen houden. Daar willen veel boeren aan meedoen. De provincie vraagt de boeren wel om een eigen bijdrage om de biodiversiteit te verbeteren. Lastig is dat de nationale overheid ondertussen regels aanscherpt, zoals momenteel de regels voor mestgebruik.

Geert Jan noemt het tekenend voor wat boeren op zich af krijgen. “Hun bedrijven worden continu op de proef gesteld door nieuwe regels en regelingen. Ondernemers willen meerjarig duidelijkheid om te weten waar zij financieel aan toe zijn. Het is dus van groot belang dat de melkveehouderij in dit gebied langdurig in balans is met de natuur en de kwaliteit van het water.”

“Wij hebben als hoogheemraadschap de inspanningsverplichting dat er altijd voldoende water is om het peil flexibel te verhogen” – Aad Straathof, hoogheemraadschap van Rijnland

Betrouwbaar

Aad is inmiddels lid van het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap van Rijnland en drong aan op het toevoegen van een passage in het coalitieakkoord over tegengaan van bodemdaling. Hij noemt de gebiedsgerichte aanpak geslaagd als boeren op basis van alle bekende informatie een goed besluit kunnen nemen en als de overheid zich betrouwbaar opstelt. “De boeren willen wel. Wij moeten ons als Rijnland nu goed realiseren dat wij het waar moeten maken. Dat er voldoende water is om het peil flexibel te verhogen. En dat we als overheden netjes omgaan met schade bij wateroverlast.”

Meer weten of hierover sparren?

We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:

Meer weten of hierover sparren?

We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:

Meer lezen over hoe wij Nederland mooier maken?

Bekijk gerelateerde artikelen hieronder
Contact