De omgevingsvisie: een van de interessantste nieuwe instrumenten vanuit de Omgevingswet die in 2022 van kracht wordt. Gemeenten ontdekken dat samenwerken aan een overkoepelende visie op inrichting én gebruik van gemeentelijk grondgebied veel oplevert. Op alle fronten het gesprek voeren om verschillende opgaven te verbinden is vruchtbaar.
Een gemeentelijke omgevingsvisie beschrijft de keuzes die een gemeente maakt voor de toekomst van de fysieke leefomgeving. Dit gaat verder dan vroeger in een structuurvisie. In een omgevingsvisie gaat het om openbare ruimte, mobiliteit en gebouwen, maar bijvoorbeeld ook om de bodem en ondergrond als randvoorwaardelijke elementen. Daarnaast spelen maatschappelijke thema’s een rol, zoals gezondheid of vergrijzing en opgaven als energietransitie en klimaatverandering.
"Gemeenten hebben hun beleidsvisies meestal nog sectoraal georganiseerd", zegt APPMer Maartje Rieter. "Werken aan een omgevingsvisie helpt om visies op bijvoorbeeld wonen, werken en verkeer te koppelen. Er zijn heel mooie combinaties mogelijk, maar soms blijken beleidswensen conflicterend. Het is goed om dat te signaleren en daarover in gesprek te gaan. Zoeken naar kruisbestuiving leidt tot een richtinggevend perspectief dat houvast geeft voor verdere uitwerking van het beleid. Die vervolgstappen helpen om abstracte plannen concreter te maken." Hoe gemeenten hun omgevingsvisie verwoorden en/of verbeelden staat ze vrij. In pilots zijn hiervoor al verschillende vormen gebruikt. Wel is participatie verplicht, zodat beleidsmakers, betrokkenen én inwoners samen onderzoeken wat in hun gemeente belangrijk is. APPM is in verschillende gemeenten betrokken bij het ontwikkelen van hun omgevingsvisie of bij de verdere uitwerking daarvan. Lees de verhalen over Oegstgeest, Eindhoven en Utrecht.
In de gemeente Oegstgeest begint binnenkort de bewonersparticipatie over de omgevingsvisie. De gemeente vraagt inwoners wat zij belangrijk vinden en hoe zij Oegstgeest in de toekomst zien. Hieraan is al een uitgebreid traject vooraf gegaan. Eerst is een zogenoemde dorpsgenese opgesteld: de opbouw van de bodem en de bebouwing door de tijd heen, in kaarten verbeeld. Van boerderijen, landgoederen en villa’s tot latere uitbreidingswijken. Samen met de gemeente heeft APPM vervolgens de dorpsatlas afgemaakt met een brede verzameling van feitelijke informatie over de leefomgeving en het gebruik ervan. Denk aan de WOZ-waarde van de huizen, demografische gegevens over de inwoners en feiten over water, groen, erfgoed en infrastructuur. Daarvoor is ook informatie opgehaald bij partners als de provincie, de GGD en het hoogheemraadschap. "Op basis van al dat vooronderzoek hebben we verhaallijnen gemaakt", vertelt APPMer Suzanne Appelo. "Die verhaallijnen beschrijven de waarden die voor Oegstgeest belangrijk zijn. De gemeente is bijvoorbeeld rijk aan historie, erfgoed en groen en kende bijzondere bewoners, zoals Boerhaave en Wolkers. Andere verhaallijnen vertellen over de hoogwaardige woonmilieus en vele voorzieningen die inwoners van Oegstgeest tot hun beschikking hebben. Vanuit die waarden kijken we naar de opgaven voor de toekomst. Het belang van groen staat bijvoorbeeld op gespannen voet met de noodzaak tot verstedelijking. Daarover gaan we dus het gesprek voeren." Ook Maartje Rieter werkt aan de omgevingsvisie van Oegstgeest. "De verhaallijnen zijn aansprekend voor de participatie. Ze illustreren dat er door de tijd heen al veel veranderingen zijn geweest. Het is onontkoombaar dat ook in de toekomst dingen veranderen. De verhaallijnen laten zien dat dat niet per se negatief is."
“Je kunt het leven zien als het werken aan een verhaal. Samenlevingen kunnen niet worden voorgesteld zonder gezamenlijk verhaal. Verhalen spreken tot de verbeelding, verwoorden de identiteit van het dorp en geven richting aan wat we belangrijk vinden voor de toekomst. Zo voeren we de dialoog met inwoners over de ruimtelijke inrichting van het dorp en over opgaven als verstedelijking en duurzaamheid.“
- Peter Glasbeek, Wethouder Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting, Duurzaamheid en Beheer & Onderhoud van gemeente Oegstgeest
Uit de omgevingsvisie van Eindhoven volgt een stevige verdichtingsopgave. Er moeten duizenden woningen bij, want de Brainport werkt als een magneet. Dit heeft natuurlijk consequenties voor de leefbaarheid, bereikbaarheid en de klimaatadaptatie. In het Ontwikkelperspectief Centrum 2040 is uitgewerkt hoe dit vorm kan krijgen in het centrum van Eindhoven. "21.000 woningen in het centrumgebied bouwen, dat kan. Maar alleen als je daarvoor de juiste randvoorwaarden schept", zegt APPMer Pepijn van Wijmen. "Om het behapbaar te houden is gekozen voor drie stappen van 7.000 woningen. Per stap formuleren we mogelijke flankerende maatregelen. Voor een autoluwe binnenstad moet je bijvoorbeeld de doorstroming van autoverkeer op de ring verbeteren, maar ook hubs realiseren met aansluitingen op fiets en hoogwaardig OV." Er is veel aandacht voor verbetering van het groen en het water in de stad. Van Wijmen: "Bijzonder is bijvoorbeeld dat de beekdalen van de Beerze en de Dommel weer in ere worden hersteld. Dat heeft een driedubbel doel: inwoners ervaren deze gebieden weer als onderdeel van de identiteit van de stad, ze fungeren als waterberging én de natuur biedt ruimtelijke kwaliteit als tegenwicht aan de verdichting." Waar de omgevingsvisie de strategie op hoofdlijnen beschrijft, zorgt het ontwikkelperspectief voor een tactische uitwerking voor het centrum van de stad. "Met die concretiseringsslag scheppen we een kader", aldus Van Wijmen. "Door dat vervolgens te koppelen aan een langjarige investeringsagenda creëert Eindhoven randvoorwaarden voor een aantrekkelijke en leefbare binnenstad."
"In het ontwikkelperspectief zijn drie knoppen geïntroduceerd die in samenhang moeten worden beschouwd. Eén knop voor verdichting en voorzieningen, één knop voor klimaat en leefkwaliteit en één knop voor bereikbaarheid. Als je aan de ene knop draait, heeft dit consequenties voor de andere knoppen. Dit systeem werkt goed, ook richting de politiek."
- Ronald Rijnen, gemeente Eindhoven
APPM maakte het Ontwikkelperspectief Centrum 2040 samen met adviesbureaus Posad Maxwan, Tauw en Goudappel Coffeng.
Utrecht koos voor de uitwerking van omgevingsvisies per deelgebied. Een daarvan is de visie op de historische binnenstad. APPMer Birgit Cannegieter is hier nauw bij betrokken: "In een omgevingsvisie kijk je waar je naartoe wilt. Wat je wilt koesteren, maar ook welke ontwikkeling je wilt doormaken." De Utrechtse binnenstad vormt de huiskamer voor stad en regio. Verblijf staat daarbij voorop en dat betekent een principiële keuze voor de voetgangers. Cannegieter: "Om mensen de schoonheid van de grachten beter te laten beleven, moeten we toe naar een andere inrichting. Nu staan er op plekken met het mooiste uitzicht geparkeerde auto’s en fietsen. Verminderen van parkeerplaatsen stelt eisen aan het mobiliteitssysteem. Denk aan oplossingen als parkeren op afstand, gedeelde mobiliteit (deelfietsen en deelauto’s) en fietspaden die je brengen tot in een fietsparkeergarage. Als je andere ruimtelijke keuzes maakt, moet je mensen faciliteren in hun reis en zorgen dat het systeem op orde is." Hoewel de omgevingsvisie nog niet is afgerond, brengt Utrecht de nieuwe manier van denken al in de praktijk. Bijvoorbeeld bij een onderzoek naar verbetering van de ‘binnenstadsas’ (tussen Vredenburg en de Schouwburg), waar nu vooral veel regionale bussen rijden. Utrecht bekijkt dit OV-vraagstuk niet alleen vanuit reistijdwinst en aantallen reizigers, maar in combinatie met kwaliteit van de openbare ruimte, economie, veiligheid en sociale inclusie. Cannegieter: "De omgevingsvisie inspireert om zulke opgaven te verbinden. Dat is mooi, want we hebben maar één openbare ruimte om te verdelen."
"We zijn begonnen met de kernkwaliteiten van de stad. Een van de belangrijkste is de schoonheid van het erfgoed. Ook kijken we naar combinaties met thema’s als klimaatbeheersing en energietransitie. Denken vanuit kernkwaliteiten helpt om deze dingen met elkaar te verbinden. Als je ze goed te pakken hebt, kun je elke interventie daaraan laten bijdragen."
- Leen de Wit, programmadirecteur Utrecht Centrum
Dit artikel werd eerder geplaatst in het APPM Magazine, editie 31 (winter 2020). Bekijk en lees het volledige magazine hier.
Je vindt dit artikel op pagina 6 t/m 17. Wil je ons magazine voortaan ontvangen? Laat het ons weten!
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met: