23
January
2023

De kunst van knooppunten ontwerpen

23
Jan
2023
Artikel
Annemieke Bartholomeus
Foto

Voorheen werden nieuwe steden zoals Almere en Lelystad en later VINEX-wijken uit het niets opgebouwd. Tegenwoordig vindt gebiedsontwikkeling steeds meer plaats binnen de steden, rondom ov-knooppunten zoals stations. Dat scheelt in investeringen in infrastructuur en zorgt voor betere benutting van de bestaande ruimte. Maar het brengt ook grote uitdagingen met zich mee. Hoe kom je in die schaarse ruimte die al bebouwd is, met beperkte middelen en uiteenlopende belangen van diverse partijen tot een succesvolle knoop?

Bij een knoop komen naast vervoer ook allerlei andere functies samen, zoals wonen, werken en winkelen. Wil je al die functies goed invullen, dan is het essentieel om in een vroeg stadium alle stakeholders rond de tafel te krijgen. Van projectontwikkelaars tot vervoerders, ov-concessieverlener, gemeente, ProRail en betrokken ministeries, maar bijvoorbeeld ook de veiligheidsregio en gebruikers. Dit zorgt dat een ontwerp rekening houdt met de bevoorrading van stationswinkels of de mogelijkheid om snel te ontruimen. Bovendien voorkomt het dat één belang dominant is waardoor andere functies in de verdrukking komen. Een integrale benadering waarin alle partijen hun belangen gelijkwaardig inbrengen, leidt tot betere afwegingen, onderling begrip en uiteindelijk een slimmere invulling van het knooppunt.

Goede stappen naar een goede knoop

Dat klinkt logisch, maar het is makkelijker gezegd dan gedaan. De enorme complexiteit aan partijen, functies en belangen vraagt dan ook om een strakke organisatie. APPM, dat vaak de rol heeft van onafhankelijk procesbegeleider, hanteert daarbij een vast stappenplan:

1. Handelingsperspectief formuleren

We starten bij de knoop zelf: wat is de huidige én de gewenste situatie? Samen met betrokken partijen leggen we alle opgaven en ambities bij elkaar en formuleren we aan de hand daarvan hoe de knoop eruit moet komen te zien. Dit doen we vanuit diverse invalshoeken: de ligging in de stad en in het netwerk, de ontsluiting voor en overstap tussen verschillende vervoertypen, het ruimtelijk programma, de aanwezige voorzieningen, sociale veiligheid, klanttevredenheid, enzovoorts. Het verschil tussen de bestaande en de gewenste situatie vormt het handelingsperspectief: dit hebben we hier te doen.

2. Ontwikkelmodellen maken

De volgende stap is om samen toekomstmodellen te schetsen: welke mogelijkheden zijn er om de opgaven en ambities een plek te geven? Het liefst verkennen we ook extreme varianten, waarin een knoop uit elkaar wordt gelegd of juist heel compact wordt gemaakt en een station bijvoorbeeld onder de grond wordt gebracht of een busstation op het dak is geplaatst. Zo brengen we het speelveld in beeld en zie je direct de praktische, technische en financiële consequenties van verschillende keuzes.

3. Trechteren tot kansrijke modellen – en die verder uitwerken

De modellen gaan we toetsen aan de criteria die we samen hebben opgesteld bij het formuleren van het handelingsperspectief: is de mobiliteit goed geregeld bijvoorbeeld, is het prettig verblijven? Geld is natuurlijk ook belangrijk. Zo rolt er een selectie uit van kansrijke modellen die we verder uitwerken. Uiteindelijk komen we op die manier tot een definitief ontwikkelmodel dat doordacht is, breed gedragen én haalbaar. Met als resultaat: een knoop die optimaal functioneert.

Geleerde lessen

• Doe het samen en gelijkwaardig; neem alle belangen serieus.

• Ontwerp een proces met heldere stappen en zorg steeds voor duidelijke deelbesluiten.

• Stick to the plan: houd de afgesproken proceslijn vast, ook als het om een meerjarenplan gaat.

• Maak geld niet van meet af aan dominant in het denken, dat leidt tot suboptimale oplossingen.

• Zorg voor een goede procesorganisatie op bestuurlijk, directie- en projectniveau.

Vijf knopen waar APPM in de praktijk aan werkt

1. Eindhoven - Breinbreker Brainport

“Met Eindhoven Internationale Knoop XL bouwen we samen aan een nieuw, duurzaam, aantrekkelijk hart van de Brainport-regio. Er komen 9.000 nieuwe woningen en het verbindt het gebied ten noorden van het spoor met het centrum aan de zuidzijde van het station. Het vormt de (inter)nationale toegangspoort tot de Brainport met treinen uit binnen- en buitenland die stoppen in het grootste station van Zuid-Nederland. Bovendien is er een snelle ov-verbinding naar Eindhoven Airport. Het stationsgebied in Eindhoven heeft – in tegenstelling tot veel vergelijkbare stations in Nederland – nog nooit zo’n integrale mega-ingreep ondergaan. Dat halen we nu in, met de wind in de zeilen vanuit de krachtige Brainport-economie. We hebben te maken met een complex en taai krachtenveld van vele publieke en semipublieke organisaties en toenemende tijdsdruk. Maar het mooie is dat er momenteel constructief wordt samengewerkt. Omdat het besef breed doordringt hoeveel het op kan leveren als we de plannen samen en integraal realiseren. En dat dat vraagt om het (h)erkennen van elkaars belangen. Het wordt een succes als we er zelf in geloven en het gezamenlijk doel voor ogen houden. Juist ook als het even stroef gaat! Het helpt ook om ‘points of no return’ te creëren. Een solide proces met mensen die er samen voor gaan is dan van belang: denken in mogelijkheden, in plaats van beren op de weg zien.” - Robbert de Mug, strateeg gemeente Eindhoven

2. Dordrecht – Let’s MoVe

“In gebiedsprogramma MoVe werken overheden, infrastructuurmanagers en vervoerders in de zuidelijke Randstad met elkaar aan een sterkere economie, een betere leefomgeving en een versnelde aanpak van de verstedelijkingsopgave. Bereikbaarheid is daarbij cruciaal. Dordrecht heeft hierin zijn eigen uitdagingen. Zo moet de infrastructuur – inclusief station – flink worden aangepast voor de nodige ov-schaalsprong, met een hoogfrequente sprinterverbinding Dordrecht-Leiden als belangrijk onderdeel. Daarnaast is het de ambitie om tot 2040 25.000 woningen te realiseren met een goede aansluiting op de trein, bus en deelmobiliteit. En met aandacht voor ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Een complexe puzzel, te meer door afhankelijkheden tussen deelprocessen die niet hetzelfde tempo hebben. Het realiseren van woningbouw heeft een kortere realisatietijdlijn dan realiseren van spoorboekloos reizen op het bestaande station Dordrecht Centrum. Deze twee realisatietijdlijnen proberen we dichter bij elkaar te brengen. Transparantie, duidelijkheid, investeren in onderling begrip en toewerken naar een gedeeld eindbeeld zijn daarin de sleutel. Zo hebben we samen met NS, ProRail en provincie Zuid-Holland een integraal plan van aanpak opgesteld, klaar om in afstemming met het rijk tot samenhangende oplossingen te komen. Een mijlpaal. En: we hebben de werelden van gebiedsontwikkeling en spoor dichter bij elkaar gebracht.” - Saskia Platenkamp, opgavemanager stad & regio gemeente Dordrecht

3. Heerhugowaard – een sleutelbos tot succes

“De kersverse gemeente Dijk en Waard, een fusie van Langedijk en Heerhugowaard, groeit hard. Spoorpartijen en provincie hebben zich het afgelopen decennium hardgemaakt om hier een ov-knooppunt te ontwikkelen, terwijl de gemeente op haar beurt de planologische randvoorwaarden creëerde. Inmiddels is Stationsgebied Dijk en Waard volop in ontwikkeling. Aanvankelijk stap voor stap, maar met de huidige economische groei is een stroomversnelling ingezet. Particuliere initiatieven stapelen zich op. En met hoogfrequent vervoer op komst en een toenemende nadruk op ov-knooppuntontwikkeling en landelijk beleid rondom ruimtelijke ordening en woningbouw, neemt de druk toe om meer integraal te plannen. Daarbij is de eerstvolgende opgave om nu ook de ov-knooppunt te ontwarren. Hoe ziet de mobiliteitsketen eruit, wat is de toekomst van het NS-station? Welke investeringsopgave en ontwikkelingsstrategie zijn nodig? Dat willen NS, ProRail, provincie en gemeente samen uitzoeken. De komende tijd zoeken ze elkaar wat vaker op om de handen daarvoor ineen te slaan. En zo te komen tot een gedeeld programma van eisen, meer samenhang, doorrekening en ontwerp. De sleutel tot succes is een sleutelbos: gebiedsontwikkeling is complex. Een belangrijk deel zit in de afstemming van strategische doelen op corridorniveau en ieders verantwoordelijkheid in gedeelde gebiedsontwikkelingsopgaven – met bijbehorende governance.” - Patrick Rentinck, gebiedsontwikkelaar Dijk en Waard

4. Groningen Suikerzijde – ambities koppelen

“Groningen wil de woningbouwopgave vooral binnen de contouren van de stad oplossen. Het oude fabrieksterrein De Suikerzijde, hemelsbreed zo’n twee kilometer ten westen van de binnenstad, wordt een compleet nieuw stadsdeel met ca. 5.000 woningen, onderwijs, bedrijvigheid en volop ruimte om te ontspannen in het groen. In het straatbeeld komen nagenoeg geen geparkeerde auto’s voor. In en naar De Suikerzijde verplaats je je te voet, per fiets of met het ov. Als het aan de gemeente ligt, komt in het hart Station De Suikerzijde. Een ov-hub met grote aantrekkingskracht op onderwijs en bedrijvigheid die bovendien een belangrijk bijdrage kan leveren aan stedelijke en regionale bereikbaarheid. Ruimte is er in dit gebied genoeg, ambitie idem dito. Uitdagingen zijn er eveneens. Zoals de inpassing in tijd en ruimte op het spoor van een extra stop op de lijn Groningen-Leeuwarden. Maar ook: hoeveel extra ov-reizigers verwachten we? Wat is de meerwaarde van dit station voor het vervoerssysteem voor stad en regio? En staat dat in verhouding tot de benodigde investeringen? Daarnaast kost een station realiseren meer tijd dan de bouw van woningen. Dat vraagt ook om goede tijdelijke ov-oplossingen. Allemaal vraagstukken, waarbij het zaak is het brede perspectief te blijven zien. Door ambities aan elkaar te koppelen, komt de haalbaarheid dichterbij.” - Kim van der Zande, projectleider Station De Suikerzijde

5. Leiden – over grenzen en belangen heen kijken

“Leiden, met een van de grootste stations van Nederland, wil een ov-knooppunt voor de toekomst creëren en integreren in de stedelijke omgeving. De uitdaging: 30-40% mobiliteitsgroei faciliteren, en tegelijkertijd woningen en kantoren realiseren in en om het stationsgebied dat toch al intensief gebruikt wordt. En wel zodanig dat de uitstraling en beleving erop vooruitgaan en meteen een stap richting duurzaamheid wordt gemaakt. Er zijn veel wensen te realiseren in een klein gebied. Dat vereist keuzes. Het gaat erom dat er een indeling en vormgeving komt waarvan je direct aanvoelt: dit klopt. Met een logische ligging van station, haltes, stallingen, routes die het spoor kruisen, voorzieningen enzovoort. En waar je je prettig en veilig voelt. De beelden en verwachtingen bij betrokkenen verschillen. Dat is misschien wel de grootste uitdaing: om samen aan het geheel te werken en niet ieder voor zich. Dat doen we door teamspelers te selecteren die over eigen grenzen en belangen heen kijken. In de samenwerking met het ministerie van I&W, de Provincie Zuid-Holland, ProRail, NS, en LUMC groeien we inmiddels al werkend naar elkaar toe en ontstaat er wederzijds begrip. Dé weg om met elkaar tot een succesvolle samenhangende ontwikkeling te komen.” - Huib van der Kolk, projectleider namens gemeente Leiden

Meer weten of hierover sparren?

We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:

Meer weten of hierover sparren?

We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:

Meer lezen over hoe wij Nederland mooier maken?

Bekijk gerelateerde artikelen hieronder
Contact