Entree in Zoetermeer transformeert van een kantorenlocatie naar een gezonde en groene stadswijk. Hiermee kiest de gemeente bewust voor binnenstedelijke herontwikkeling en het versterken van haar bestaand stedelijk gebied. Geen sinecure: hier speelt een veelheid aan opgaven die allen vragen om een oplossing en ruimtelijke inpassing. Een gemengd woonmilieu, energie neutrale woningen, een klimaatbestendig en groen gebied, ruimte voor opwekking van duurzame energie en warmte, et cetera. En omdat het gebied meerdere (vastgoed)eigenaren heeft met elk een eigen investeringsagenda en business case, vraagt dat om nauwe samenwerking en goede afstemming over wat individueel en wat gezamenlijk kan, wat op welke termijn plaatsvindt, en ook over het hoe. In deze blog vertel ik je hoe we hebben bekeken wat er nodig is om de energieopgaven in samenhang met de andere opgaven een plek te geven in Entree.
Vaak wordt de overheid verweten dat ze ambities stapelt. Maar in deze tijd kun je het geen ambities meer noemen: het zijn opgaven geworden. En ze zijn niet (alleen) van ‘de overheid’. Ze zijn van ons allemaal. Het is niet een kwestie van “of” maar van “wanneer”. Voor de wereld van morgen hebben we immers allen baat bij het spaarzaam omspringen met materialen en duurzaam opwekken van energie. We hebben behoefte aan een groene en qua samenstelling afwisselende buitenruimte die verkoeling biedt in de zomer en een waterbuffer wanneer dat nodig is, aan goede ontsluiting, slimme mobiliteitsoplossingen, voorzieningen, et cetera. En als het gaat om de woningen dan creëren we graag plekken waar iedereen zich thuis voelt: een gemengd gebied met een diversiteit aan bevolkingsgroepen en woningtypologieën.
Als gemeente moet je dan wel eerst je huiswerk goed doen. Aandacht besteden aan de opgaven: wat willen we, en hoe zien de ontwikkelingen op het gebied van – in dit geval specifiek - energie eruit? Samen met Merosch heeft APPM de gemeente Zoetermeer hierbij geholpen. We hebben een aantal spelregels opgesteld: uitgangspunten die je terug wilt zien in verdere uitwerkingen van het plan. Zelf heb ik deelgenomen aan een expertsessie over de energieopgave in Entree.
Op welke manier gaan we Entree voorzien van energie? Om deze vraag te beantwoorden, heeft Merosch eerst inzichtelijk gemaakt wat de toekomstige energievraag zal zijn voor verwarming, verkoeling en elektriciteit. Ook is gekeken welke mogelijkheden er zijn om überhaupt aan deze vraag te voldoen, ook langs de lat van de minimale wettelijke normen (BENG), Energie Neutraal en Nul-op-de-Meter. Hierbij keken we ook naar de ruimtelijke impact én de impact van keuzes op andere opgaven. “Energieopgaven in binnenstedelijke ontwikkelingen dienen altijd in samenhang gezien te worden met andere duurzaamheidsopgaven zoals gezondheid, klimaatadaptatie en mobiliteit. Een rigide eis van Nul-op-de-Meter is dusdanig bepalend voor de wijze waarop daken en gevels moeten worden ingericht, dat er geen ruimte meer is voor andere gebiedskwaliteiten zoals daktuinen en groene gevels. Dit terwijl de CO2-winst van een duurzaam mobiliteitsconcept vele malen groter kan zijn dan een hogere energieambitie”, geeft Robbert van Rijswijk van Merosch aan over het benodigde maatwerk.
In Entree wordt daarom nauw samengewerkt. Marktpartijen en grond- en gebouweigenaren uit het gebied brengen belangrijke kennis en inzichten over het gebied aan tafel. Door samenwerking kan bovendien rekening gehouden worden met bestaand beleid en plannen. Ook gaan (technologische) ontwikkelingen snel. Door samenwerking benut je de kennis van de markt en verbreed je de blik. Continu in gesprek blijven geeft verder ruimte om de route naar het uiteindelijke doel aan te passen aan ontwikkelingen en eventuele nieuwe kansen te benutten.
Bij het oplossen van vraagstukken rondom (duurzame) energievoorziening kan (een deel van) de oplossing buiten het eigen gebouw (of gebied) liggen. Zeker als de ruimte schaars is en opgaven talrijk zijn. Dat vraagt soms om het verruimen van de grenzen van het gebied en durf om samen te werken met andere partijen. Ook als deze misschien minder voor de hand liggen. En waar nodig ook na te denken over op welke wijze nieuwe bekostigings-, verdien- en waarderingsmodellen en samenwerkingsverbanden hierin behulpzaam kunnen zijn. Een open vizier helpt daarbij.
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met: