Steden zijn voortdurend in ontwikkeling. Hierbij ligt de nadruk steeds meer op binnenstedelijke gebieden, die vaak nieuwe functies krijgen. Hoe benut je zo’n gebiedsontwikkeling optimaal, zodat de transformatie een impuls geeft aan omliggende wijken en de bestaande stad? Volgens Leontine van der Breggen en Janneke van den Oever van APPM kun je daar niet vroeg genoeg mee beginnen.
Bij stadsontwikkeling heb je in de eerste plaats te maken met de programmatische opgave, zoals het aantal woningen en voorzieningen. Daarnaast moet het vernieuwde deel van de stad onderdeel worden van de bestaande stad. Vaak heb je hierbij te maken met letterlijke barrières, zoals een weg, spoorlijn of water. Dat betekent nadenken over logische en prettige verbindingen. Maar er zijn ook sociale opgaven. De omliggende gebieden, met hun eigen inwoners en voorzieningen, hebben immers al een eigen identiteit.
Janneke van den Oever ziet het als procesmanager in Eindhoven van dichtbij. Hier krijgt de noordkant van het station een nieuwe invulling. “In de plannen moet je gebieden letterlijk fysiek aan elkaar verbinden”, geeft zij aan. “Denk aan logische loop- en fietsroutes binnen en tussen gebieden. En openbare ruimte die uitnodigt om er te verblijven en elkaar te ontmoeten. Daarnaast moet je kijken naar voorzieningen en sociale netwerken. Wat is er al in de omgeving aan bijvoorbeeld onderwijs en buurtcentra? En kun je iets toevoegen dat er nog niet is, zoals bijzondere woonvormen of zorgvoorzieningen? Fysieke en sociale opgaven kún je niet los van elkaar zien. Door ze beide aan te pakken, verloopt de overgang van het ene naar het andere gebied zachter.”
Ook in Amsterdam-Zuidoost, bij de ontwikkeling van Amstel III, krijgt de sociale impact van de nieuwe wijk veel aandacht. Projectmanager Leontine van der Breggen: “Je wilt bewoners uit de naastgelegen buurt laten voelen dat het gebied voor hen is. Dat is soms een zoektocht en een kwestie van experimenteren. Je moet ‘haakjes’ vinden voor voorzieningen en sociale netwerken. En sfeer creëren door lokale ideeën de ruimte te geven. Bijvoorbeeld door maatschappelijke initiatieven of enthousiaste ondernemers uit de buurt tijdelijk onder te brengen in leegstaande panden in het transformatiegebied. Denk ook aan het betrekken van jongeren bij de ontwikkelingen. En ga alvast in gesprek over het creëren van banen en stageplaatsen."
Gebiedsontwikkeling vraagt om een langetermijnvisie. “Gemeenten zijn hierin kaderstellend”, zegt Van den Oever. “Tegelijkertijd moeten ze een verbindende en faciliterende rol spelen om ambities te verwezenlijken en kansen te grijpen.” Van der Breggen vult aan: “Om partijen met potentie aan elkaar te koppelen, moet je als overheid integraal werken en weten wat er speelt. Op ruimtelijk gebied, maar ook op sociaal en economisch vlak en bijvoorbeeld in het onderwijs. Door die verbindingen te leggen, kun je vaak meer bereiken dan je had durven dromen. Mooie voorbeelden daarvan zijn de integratie van een gezondheidscentrum in een van de projecten in het Bullewijkpadgebied en de bouwfilm die deze ontwikkelaar maakt om leerlingen in Zuidoost te inspireren.’’
APPM helpt om met een brede blik te kijken wat een gebied nodig heeft. Van den Oever: “Wij organiseren het proces om verbindingen te leggen. Bijvoorbeeld via bijeenkomsten, waar beleidsambtenaren en vertegenwoordigers van organisaties uit de stad elkaar ontmoeten en in gesprek gaan. De uitkomsten zetten we om in kaders voor ontwikkeling. Maar de gesprekstafels leveren veel meer op: alleen al het contact tussen de partijen leidt tot interessante initiatieven voor het gebied.”
Daarnaast speelt APPM een rol als aanjager. “We dragen eraan bij dat er daadwerkelijk iets gebeurt binnen de projecten”, zegt Van der Breggen. “Een voorbeeld: in het transformatiegebied Amstel III waren plannen voor een jeugdtalentcentrum met een geluiddichte zaal en opnamestudio. Het projectteam is in een vroeg stadium in gesprek gegaan met een ontwikkelaar om ruimte te reserveren voor zo’n centrum in de nieuwbouw. Want fysieke ontwikkelingen spelen over een lange termijn, terwijl het plannen en budgetteren van sociaal maatschappelijke voorzieningen meestal een veel kortere termijn kent. Komt de vraag te laat, dan past het niet meer. Het is dus belangrijk om proactief sociale opgaven in te brengen en goede afspraken te maken over die ‘zachte’ functies. Zo werk je samen aan een succesvolle toekomst van het gebied. Dat is uiteindelijk in ieders belang.”
Casus 1: van kantorenpark naar buurtgevoel in Amstel III
In Amsterdam Zuidoost - tussen station Bijlmer ArenA, A2, AMC en spoor - verrijzen zo’n 15.000 stadswoningen. De locatie Amstel III transformeert hiermee van kantorenpark naar gemengde stadswijk voor wonen, werken en ontspannen. Een wijk die veel te bieden heeft voor de bewoners van de naastgelegen Bijlmer. Maar hoe krijg je mensen naar een gebied dat nog in niets lijkt op een woonwijk?
Volgens Tamara Smit, senior projectmanager van de gemeente Amsterdam, is communicatie het sleutelwoord. “We hebben gezocht naar de juiste kanalen, zoals lokale radiostations en Instagram. En we staan met een informatiekraam op de markt. We gaan dus letterlijk naar de mensen toe. Vaak denken ze dat de nieuwe woningen niks voor hen zijn. Terwijl doorstroming juist goed zou zijn. Daarom kijken we ook naar wettelijke en beleidsmatige mogelijkheden om met voorrang woningen aan te bieden. Daarnaast zorgen we voor de nodige reuring in de nieuwe wijk. Lokale kunstenaars maken muurschilderingen, ondernemers krijgen onderdak in leegstaande kantoren en een tijdelijke brouwerij met biertuin is een groot succes. Ook voorzieningen zoals een jongerencentrum, scholen en een gezondheidscentrum moeten mensen naar de nieuwe woonwijk halen. Inmiddels zijn de eerste woningen opgeleverd. Nu is het zaak om een echt buurtgevoel te creëren. Een welkomstpakket, appgroepen, ontmoetingsruimtes en housewarming festivals moeten daarbij helpen.”
Casus 2: samen trots op nieuw en inclusief Fellenoord
Brainport Eindhoven is een van de economische kerngebieden van Nederland. Onder de noemer Internationale Knoop XL ontwikkelt de stad rondom het centraal station een nieuwe ‘voordeur’ tot de Brainport. “Tegelijk bouwen we aan een inclusieve stad, waarop iedereen trots kan zijn”, zegt gebiedsmanager Jos Roijmans van de gemeente Eindhoven. “Zo komen in Fellenoord, aan de noordkant van het station, zo’n 6.000 tot 7.000 woningen. De hele woonladder: van sociaal segment, middenduur en duur en zowel huur- als koopwoningen. Een flinke stedenbouwkundige opgave om van dit ‘lege’ gebied een levendig stadsdeel te maken met groen, water en goede verbindingen.”
Maar de grootste uitdaging zit ‘m in de menselijke factor: hoe leg je de verbinding met de naastgelegen wijk Oud-Woensel? Roijmans: “Om bestaand en nieuw te koppelen, gaan we in gesprek met alle partijen. Van bewoners van het gebied en omliggende wijken, tot Brainport-partners, ontwikkelaars, woningbouwcorporaties, zorginstellingen, scholen en de creatieve sector. Samen met bijvoorbeeld de lokale kunst- en cultuurorganisatie verzorgen we nu al activiteiten in Fellenoord. Daarnaast zorgen we tijdig voor maatschappelijke voorzieningen en krijgen bijzondere doelgroepen een kans om mee te doen. Denk aan daklozen die een rol kunnen spelen als conciërge in het gebied. Zo proberen we iedereen te betrekken. Tegelijk kan de bestaande wijk ook veel bieden. Dat betekent kansen voor bijvoorbeeld de basisschool, weekmarkt en restaurantjes in Oud-Woensel. Zo kunnen inwoners over en weer profiteren van de nieuwe én de bestaande stad.”
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met: