7
June
2022

Nieuwe opgaven, nieuwe rollen: positionerings-vraagstukken bij transities

7
Jun
2022

Opwekking van duurzame energie, stimuleren van fietsgebruik en steden groener en waterproof maken. Allemaal opgaven van nu. Hoe stel je je daarin als overheid op? Neem je het voortouw of help je anderen in positie?

Veel organisaties weten APPM te vinden met vraagstukken die spelen in de fysieke leefomgeving. Ze willen gedegen vakinhoudelijk advies en geven de procesbegeleiding graag uit handen. In de praktijk blijkt er vaak ook behoefte aan een advies over de organisatorische vormgeving. Daar zouden vragen als ‘Wat hebben wij hier te doen? Wat is aan anderen en hoe verhoudt zich dat tot onze ambitie?’ aan vooraf moeten gaan.

De valkuil

Volgens APPMer Alex Hendriks zijn dat essentiële vragen, die helaas nog wel eens over het hoofd worden gezien. “Dat is echt een valkuil. De opgaven van nu vragen erom dat overheden zich eerst goed beraden op de positie die ze innemen in het speelveld. Het begint met het bewustzijn dát er verschillende rollen zijn én dat je daarin opties en keuzes hebt. En dan jezelf de vraag stellen vanuit welke rol je je doelen en ambities het beste kunt realiseren. Zulke positioneringsvragen lijken misschien minder spannend, maar zijn des te belangrijker voor een goed resultaat.”

De puzzel

Kenmerkend voor de nieuwe opgaven is de complexiteit en de veranderende context. APPMer Miran Wiersema noemt als voorbeeld de grote transitieopgaven, zoals energietransitie, klimaatadaptatie en mobiliteitstransitie, waarbij je als overheid niet alleen te maken hebt met markt en maatschappij, maar ook met andere overheden. “Alles hangt met alles samen en de oude spelregels van beleidsontwikkeling en uitvoering volstaan niet meer. Gemene deler bij deze opgaven is de strijd om schaarse ruimte. Daarmee komt steeds de vraag op tafel hoe partijen hun ambities kunnen realiseren en welke rol ze daarbij pakken. Bij dat puzzelwerk zijn partijen van diverse pluimage betrokken, ieder vanuit een eigen belang. Als je de opgave en rolverdeling niet goed verkent, kan dat leiden tot eindeloze trajecten, teleurstellingen en financiële fiasco’s.”

De sleutel

Een heldere positionering is de sleutel om dat te voorkomen. Hendriks: “Dat doe je door je vroeg in het traject af te vragen wat je eigen ambitie is, wat je daarvoor te doen hebt en welke risico's je bereid bent te aanvaarden. Pas daarna kun je jezelf de juiste rol aanmeten in relatie tot de andere spelers. Met een organisatie en een instrumentarium die daarbij passen.” Verderop in dit artikel wordt deze werkwijze aan de hand van twee voorbeelden ‘Zon op daken’ en ‘Realisatie snelfietsroutes’ nader geïllustreerd.

De keuze

De rolinvulling kan variëren binnen het brede spectrum van louter reguleren via faciliteren en stimuleren tot zelf realiseren. “Hoe je die rollen precies noemt, maakt niet veel uit”, vindt Hendriks. “Doorslaggevend is dat je de keuze bewust maakt. Bijvoorbeeld een voortrekkersrol met relatief veel risico of juist een terughoudende rol waarbij je andere partijen afremt met regelgeving of op gang helpt met subsidie. Door zelf een duidelijke positie in te nemen, stimuleer je bovendien dat andere partijen in het speelveld dat ook doen.” Wiersema benadrukt het totale samenspel: “De invulling van rol, sturing en samenwerking staat niet op zichzelf maar vloeit voort uit de ambitie, opgaven en interactie met partners in het speelveld. De keuze voor een rol is dus onderdeel van het totale positioneringsvraagstuk.”

Positie volgt ambitie

Om je positie te bepalen, helpt dit model dat geïnspireerd is op de gouden cirkel van Simon Sinek. Centraal staat het bepalen van wat, hoe en waartoe. Zo geven gezamenlijk geformuleerde ambitie, doelen en opgaven inzicht in de wijze waarop een organisatie wil werken aan de grote maatschappelijke opgaven (wat en waartoe). Daarna volgt een logische vertaling van de inhoudelijke opgaven naar de organisatorische vormgeving: afspraken maken over een heldere sturing en werkwijzen, een passende rolinvulling met bijbehorend instrumentarium en een logische samenwerking met partners in het speelveld (hoe).

Casus 1

Hoogwaardige fietsroutes

De ambitie
Hoogwaardige fietsroutes moeten mensen verleiden om vaker de auto te laten staan bij afstanden tot 15 kilometer. Veilig en comfortabel fietsen vereist bredere fietspaden, met goede verlichting en de juiste verharding. De manier waarop deze routes, vooral rondom de steden, tot stand komen verschilt. De provincies en vervoerregio’s hebben behoefte aan inzicht in ieders werkwijze bij de totstandkoming van hoogwaardige fietsroutes.

De positie
APPM formuleerde vier sturingsmodellen: het subsidie-, participatie-, regie- en realisatiemodel. Per model is beschreven wat de rol van de betrokken overheden is en welke instrumenten hierbij passen. Soms neemt een provincie of vervoerregio zelf het voortouw, ergens anders hebben gemeenten de stevigste rol. In samenspraak met de regionale overheden heeft APPM factoren benoemd die van invloed zijn op de keuze voor een sturingsmodel. Zo spelen politieke en beleidsmatige ambities en beschikbaarheid van financiële middelen een grote rol. De verkenning biedt provincies en vervoerregio’s een handvat om bewust, onderbouwd en op maat hun rol te kiezen en in te vullen. Om zo op een effectieve wijze invulling te geven aan geformuleerde ambities voor hoogwaardige fietsroutes.

Casus 2

Zon op daken Uithoorn

De ambitie
De gemeente Uithoorn heeft circa 80 hectare daken die geschikt zijn voor het plaatsen van zonnepanelen. Denk aan platte daken op bedrijfsterreinen en sporthallen. In de concept-RES is in regionaal verband de ambitie uitgesproken dat de gemeente Uithoorn voor 2030 met het plaatsen van zonnepanelen elektriciteit opwekt voor 10.000 tot 20.000 huishoudens.

De positie
APPM heeft de bestaande rolinvullingen van de gemeente in lijn met de geformuleerde ambitie en opgaven geïnventariseerd en geordend. Bij de verschillende rollen zijn ook bijbehorende instrumenten in kaart gebracht. Afhankelijk van de context werkt de gemeente op verschillende manieren aan het realiseren van zon op daken. Ze brengt bijvoorbeeld fondsen van derden onder de aandacht (faciliteren), subsidieert de verduurzaming van koopwoningen (stimuleren), maar verstrekt ook zelf leningen (participeren). Met duidelijkheid over de rollen en de instrumenten kan een gemeente per situatie kiezen voor een adequate manier om haar ambities te realiseren.

Meer weten of hierover sparren?

We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:

Meer weten of hierover sparren?

We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:

Meer lezen over hoe wij Nederland mooier maken?

Bekijk gerelateerde artikelen hieronder
Contact