Dat er snel meer woningen nodig zijn, behoeft geen betoog. Het staat hoog op de politieke agenda en verschijnt dagelijks in het nieuws. Maar wat is ervoor nodig om snelheid te maken met focus op kwaliteit, zodat wijken duurzaam én toekomstbestendig worden?
Samen met gemeenten, provincies en ontwikkelaars werkt APPM aan het realiseren van meer woningen. In gebiedsontwikkelingen, gebiedstransformaties en stedelijke vernieuwingen, maar ook in regionale versnellingsteams en door het maken van regionale verstedelijkingsakkoorden. Vanuit deze ervaring formuleren we vier versnellers en drie kwaliteitsmakers. Zo kunnen we verder én sneller bouwen aan fijne, toekomstbestendige wijken.
In gesprek met:
• Lex Brans, projectleider Versnelling Woningbouw, Metropoolregio Amsterdam en Bouwambassadeur Provincie Noord-Holland
• Remco Ottervanger, manager Ruimtelijke ontwikkeling en Mobiliteit gemeente Gorinchem
• Heleen Aarts, directeur Amvest
• Fleur Elderhorst, strategisch adviseur bij APPM
Het bouwen van een woonwijk kost veel tijd. Je bent zomaar een decennium bezig. “En in die periode gebeurt van alles wat je vooraf niet verwacht”, zegt Heleen Aarts. “Je moet daarom ook niet proberen om alles in beton te gieten. Flexibiliteit is cruciaal.” Aarts raadt daarom aan om in een coalitie van partners te werken, met daarin gemeenten, corporaties, ontwikkelaars, bouwers, beleggers enzovoort. “Door een langdurige samenwerking vanaf de start creëer je samenhang en zijn de lijnen kort.”
Overheden willen vaak te veel zelf doen, stelt APPMer Fleur Elderhorst: “Gemeenten bouwen een vertraging in door zelf van alles uit te willen zoeken. Doe je eigen huiswerk maar betrek kennis vanuit de markt” Lex Brans: “Ik maak wel mee dat een gemeente zelf wil onderzoeken wat bijvoorbeeld de samenstelling van een wijk is. BPD voert dit soort onderzoeken al uit; maak hier gebruik van. En richt je als overheid dan op het voeren van de regie op het proces.” Een voorbeeld van goede samenwerking ervaart Brans als het gaat om houtbouw. De Metropoolregio Amsterdam stelt als doel om in 2025 een op de vijf nieuwe huizen van hout te bouwen. Wij zijn hierover in gesprek met bouwende partijen, de wetenschap en overheid, de zogenaamde Triple Helix. We werken hierbij vanuit een totaalbenadering: we willen regionaal een bos neerzetten, een eigen fabriek die de woningen assembleert en lokale mensen opleiden.”
“Kies vaker voor ontwikkeling buiten de binnensteden. Daar kun je meer tempo maken.” Heleen Aarts, Amvest
Binnenstedelijk is onvoldoende grond beschikbaar om in de grote vraag naar woningen te kunnen voorzien. Aarts: “Kies wat vaker voor ontwikkeling in de luwte, buiten de binnensteden. Daar kun je meer tempo maken.” Bewoners willen profiteren van de stad, maar meer rust en ruimte is ook een veelgehoorde woonwens. “Corona heeft dit duidelijk laten zien: mensen hebben gemerkt dat ze prima op wat meer afstand van hun werk kunnen wonen”, zegt Elderhorst. “Tegelijkertijd moeten er duidelijke keuzes worden gemaakt waar we wel of juist niet bouwen, om ook het groene ommeland te behouden. Dit is een overheidsaangelegenheid, waar het rijk en de regio voor aan de lat staan.”
“Zoek institutionele beleggers. Met hen kun je afspraken maken voor een periode van veertig jaar.” Lex Brans, Metropoolregio Amsterdam
Bij de start van een project moet de financiering geregeld zijn, stelt Brans: ”Zoek institutionele beleggers. Met hen kun je afspraken maken voor een periode van veertig jaar. Dat kan niet met een ontwikkelaar: als het klaar is, zijn zij weg. Aarts: “Commitment van beleggers en woningcorporaties helpt om tempo te maken: een groot deel van je verkooppercentage is daarmee geborgd, waardoor een snellere start van de bouw kan plaatsvinden.” Ook trekt het kopers over de streep: “Kopers aarzelen soms om in een wijk te gaan wonen die nog weinig voorzieningen heeft. Als er direct zekerheid is over de komst van een groot aantal woningen, volgen voorzieningen vanzelf. Dat maakt een wijk aantrekkelijker. Zet daarom fors in op huur, zodat je zeker bent van afname en daarmee snelheid van realisatie hebt.”
Elderhorst: “Wil je toekomstbestendige, leefbare wijken bouwen waar doorstroommogelijkheden zijn? Ga dan vroegtijdig in gesprek met marktpartijen en bespreek de gewenste kwaliteit van de woningen en de woonomgeving.” En borg het groen, vindt Remco Ottervanger: “En dan ook écht groen, ‘in de volle grond’ noemen wij dat in Gorinchem. Groen dat gebieden met elkaar verbindt, bijdraagt aan biodiversiteit, dat verkoelt en water opvangt en vasthoudt.” Brans vult aan: “Bouw met duurzame materialen. Kies bijvoorbeeld voor houtbouw.”
Laat bewoners en ondernemers vanaf het begin meepraten. Ottervanger: “Zorg dat zij gehoord worden en doe iets met hun vragen en opmerkingen. En voer deze gesprekken op tijd. Je ziet vaak dat er inspraakavonden worden georganiseerd als het plan voor stadsvernieuwing al af is. Dat is te laat. In Gorinchem hebben we nu de vaart erin bij het ontwikkelplan ‘Vleugels van de stad’. Op de plek waar nu bedrijven staan, komt een woonwijk langs het water. Ondernemers willen stappen zetten en denken mee over de plannen.” Brans vult aan: “En als er dan gepraat wordt, laat dat dan leiden tot acties en zorg dat dat gericht is op uitvoering. Er worden zoveel praatstukken geproduceerd. PvdA-politicus Jan Schaefer zei het al in de jaren 80: ‘In gelul kun je niet wonen’.”
“Uiteindelijk draait het versnellen van de bouw mét behoud van kwaliteit om goede samenwerking. Vroegtijdig in gesprek, langdurig samenwerken. Zo bouwen we huizen en wijken waar mensen zich prettig voelen.” Fleur Elderhorst, APPM
Zorg voor diversiteit: een goede mix van wonen, werken en voorzieningen, maar ook in type woningen. Ontwikkel verschillende concepten zodat mensen wat te kiezen hebben: landelijk, stedelijk, met bijzondere zorg concepten, community-achtige woonvormen, enzovoort. Sluit aan bij de identiteit van het gebied. Dan voelen bewoners zich er thuis. Aarts noemt als voorbeeld van een onderscheidend gebied DUIN in Almere: “Aan het IJmeer bouwen we aan een nieuw stuk stad waar de architectuur dienend is aan het landschap. Het geeft mensen een vakantiegevoel om hier te wonen, en wat je hier ziet is dat mensen voor het landschap gaan zorgen.”
Dit artikel werd eerder geplaatst in het APPM Magazine, editie 32 (zomer 2021). Bekijk en lees het volledige magazine hier.
Je vindt dit artikel op pagina 36 t/m 49. Wil je ons magazine voortaan ontvangen? Laat het ons weten!
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met: