Van autoloze woonwijken met hubs buiten de stad naar mobiliteitswinkels in ieder woonblok. Hoe heeft mobiliteit een plek gekregen binnen het Masterplan voor Entree? Erik Tetteroo bracht samen met partner Goudappel Coffeng zijn expertise in tijdens verschillende sessies over het implementeren van mobiliteitsoplossingen in gebiedsontwikkeling Entree in Zoetermeer.
Hubs lijken tegenwoordig het belangrijkste modewoord binnen mobiliteit. Bij elke grotere gebiedsontwikkeling zien we hubs voorbij komen. Dat er meer aandacht wordt besteed aan alternatieven voor het autogebruik en een manier om de parkeerdruk in de openbare ruimte te verminderen is natuurlijk een positieve trend in gebiedsontwikkeling. De overlast van de auto is vaak een struikelblok voor een prettig ingerichte openbare ruimte. Geluidsoverlast, verkeersveiligheid en vooral het ruimtegebruik zijn daar debet aan. Een geparkeerde auto neemt al tien keer zoveel ruimte in als een fiets, maar een rijdende auto kost bijna een factor 30 ten opzichte van de fiets of tram. De dominantie van de auto kan en moet worden teruggedrongen om in steeds dichter bebouwde steden nog een aantrekkelijke en sociaal vriendelijke omgeving te realiseren. Hubs waar geconcentreerd parkeren en verschillende vormen van deelmobiliteit worden aangeboden zijn dan een optie. Ook in Entree werd gedacht aan hubs. Maar werken hubs wel in iedere nieuwe gebiedsontwikkeling, en welke randvoorwaarden kunnen daaraan worden verbonden?
Er bestaat een krachtige wisselwerking tussen gebiedsontwikkeling en mobiliteit. Voorbeelden uit het verleden hebben laten zien hoe de gedachten over de gewenste mobiliteit de inrichting van een nieuwe wijk hebben bepaald. De uitbreidingswijken uit de jaren ’70 gaven ruim baan aan de auto, omdat de toenemende welvaart en het geloof in de voordelen van automobiliteit de ruimte boden om ver van het werk te wonen. Dat de publieke ruimte vervolgens steeds meer het domein werd van de auto werd niet als een probleem ervaren. Dat is de laatste tijd aan het veranderen. Door de toenemende verstedelijking, het milieuvraagstuk en herwaardering van de openbare ruimte zien we meer aandacht voor actieve mobiliteit en openbaar vervoer. Vooral de fiets biedt prima en snelle kansen om je door de stad te verplaatsen. Om de dominantie van de (geparkeerde) auto in de publieke ruimte tegen te gaan, is de simpelste oplossing: minder auto’s. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Door het zo aantrekkelijk maken van alternatieven, waarbij bewoners minder frequent of zelfs geen auto meer gebruiken. Met de wetenschap dat auto’s 90% van de tijd stilstaan, is dat eigenlijk een heel logische optie.
Welke voorstellen hebben we gedaan bij gebiedsontwikkeling Entree? Door in Entree meer ruimte voor lopen en fietsen te creëren kan het nieuwe woongebied ook veel aantrekkelijker worden ingericht. En een openbaar vervoersknoop aan beide uiteinden van het plangebied biedt ook kansen om de focus te verleggen van de auto naar de fiets en trein. Om dat te bevorderen hebben we aantrekkelijke fiets- en looproutes door het gebied voorgesteld. Samen met Goudappel hebben we meerdere voorstellen uitgewerkt om de nieuwe routes op een prettige en logische plek in het gebied te positioneren. De grote uitdaging in dit gebied ligt bij het feit dat het gebied doorsneden wordt door een belangrijke toegangsroute naar de stad. Door op een slimme manier oversteken te ontwerpen kan de relatie tussen beide zijden van de verkeersweg worden versterkt.
Daarnaast hebben we gekeken hoe hubs in het gebied ingepast kunnen worden zodat deelmobiliteit een grotere rol gaat spelen. In het eerste plan was deelmobiliteit geconcentreerd in drie grote hubs, in het midden van het plangebied en aan beide uiteinden van het plangebied. De drie voorgestelde hubs worden door ons niet gezien als de enige potentiele plekken in het gebied waar deelmobiliteit mogelijk gemaakt kan worden. Om deelmobiliteit aantrekkelijk te maken is een deelauto of -fiets beschikbaar direct vanuit alle woonblokken, waarbij we de fietsenstallingen nog dichterbij de ingangen positioneren dan de auto. De drie hubs richten we in als ‘mobiliteitswinkels’, waarin naast aanbieders van deelmobiliteit ook plek is voor andere functies, zoals logistieke voorzieningen en kluisjes voor het afhalen van pakketten. Hiermee geef je de hubs meer inhoud en ontstaan er interessantere plekken binnen het gebied. Met de deelauto dichter bij de voordeur hopen we dat tot 25% van de parkeerplekken kunnen worden bespaard in Entree.
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met: